profetie

Profetie in het Oude Testament

Waarom woeden de heidenvolken
en bedenken de volken wat zonder inhoud is? De koningen van de aarde stellen zich op
en de vorsten spannen samen
tegen de HEERE en tegen Zijn Gezalfde: Laten wij Hun banden verscheuren
en Hun touwen van ons werpen!
Psalm 2:1-3

Vervulling in het Nieuwe Testament

en Die bij monde van David, Uw knecht, gezegd hebt: Waarom woeden de heidenvolken en bedenken de volken wat inhoudsloos is? De koningen van de aarde stellen zich op en de vorsten spannen samen tegen de Heere en tegen Zijn Gezalfde. Want, in waarheid, tegen Uw heilig Kind Jezus, Die U gezalfd hebt, zijn Herodes en Pontius Pilatus samen met de heidenen en de volken van Israël bijeengekomen, om alles te doen wat Uw hand en Uw raadbesluit van tevoren bepaald had dat er gebeuren zou. Handelingen 4:25-28

vervulling

Profetie in het Oude Testament

Zelfs de man met wie ik in vrede leefde,
op wie ik vertrouwde, die mijn brood at,
heeft mij hard nagetrapt.
Psalm 41:10

Immers, het is geen vijand die mij hoont,
anders zou ik het verdragen hebben;
het is niet mijn hater die zich tegen mij verheft,
anders zou ik mij voor hem verborgen hebben. Maar u bent het, o sterveling, als mijn gelijke,
mijn leidsman en mijn bekende. Wij die zeer aangenaam en vertrouwelijk met elkaar omgingen,
wij wandelden in gezelschap van velen naar Gods huis!
Psalm 55:13-15

Vervulling in het Nieuwe Testament

Ik zeg dit niet van u allen; Ik weet wie Ik uitverkoren heb. Maar de Schrift moet vervuld worden: Wie Mijn brood eet, heeft zijn hiel tegen Mij opgeheven. Johannes 13:18

profetie

Profetie in het Oude Testament

Laat de dood hen als een schuldeiser overvallen,
laat hen levend in het graf neerdalen;
want kwaad heerst in hun woning, in hun binnenste.
Psalm 55:16

Vervulling in het Nieuwe Testament

Toen Judas, die Hem verraden had, zag dat Hij veroordeeld was, kreeg hij berouw en hij bracht de dertig zilveren penningen bij de overpriesters en de oudsten terug en zei: Ik heb gezondigd, want ik heb onschuldig bloed verraden! Maar zij zeiden: Wat gaat ons dat aan? U moet maar zien. En nadat hij de zilveren penningen de tempel in gegooid had, vertrok hij. Hij ging heen en hing zich op. Mattheüs 27:3-5

Mannenbroeders, dit Schriftwoord moest vervuld worden dat de Heilige Geest bij monde van David van tevoren gesproken heeft over Judas, die gids geweest is voor hen die Jezus gevangennamen; want hij werd bij ons gerekend en had aan deze bediening deel gekregen. Deze nu heeft met het loon van de ongerechtigheid een stuk grond verkregen, en nadat hij voorovergevallen was, barstte hij in het midden open en kwamen al zijn ingewanden naar buiten. En het is bekend geworden bij allen die in Jeruzalem wonen, zodat dat stuk grond in hun eigen taal Akeldama genoemd wordt, dat wil zeggen: bloedakker. Handelingen 1:16-19

profetie

Profetie in het Oude Testament

Toen betaling geëist werd, werd Híj verdrukt,
maar Hij deed Zijn mond niet open.
Als een lam werd Hij ter slachting geleid;
als een schaap dat stom is voor zijn scheerders,
zo deed Hij Zijn mond niet open.
Jesaja 53:7

Vervulling in het Nieuwe Testament

En toen Hij door de overpriesters en de oudsten beschuldigd werd, antwoordde Hij niets. Toen zei Pilatus tegen Hem: Hoort U niet hoeveel zij tegen U getuigen? Maar Hij antwoordde hem op geen enkel woord, zodat de stadhouder zich zeer verwonderde. Mattheüs 27:12-14

Maar Hij zweeg en antwoordde niets. Opnieuw stelde de hogepriester Hem een vraag, en zei tegen Hem: Bent U de Christus, de Zoon van de Gezegende? Markus 14:61

profetie

Profetie in het Oude Testament

Men heeft Zijn graf bij de goddelozen gesteld,
en Hij is bij de rijke in Zijn dood geweest,
omdat Hij geen onrecht gedaan heeft
en geen bedrog in Zijn mond geweest is.
Jesaja 53:9

Vervulling in het Nieuwe Testament

En wij toch rechtvaardig, want wij ontvangen straf overeenkomstig wat wij gedaan hebben, maar Deze heeft niets onbehoorlijks gedaan. Lukas 23:41

Pilatus zei tegen Hem: Wat is waarheid? En nadat hij dat gezegd had, ging hij opnieuw naar buiten naar de Joden, en zei tegen hen: Ik vind geen schuld in Hem. Johannes 18:38

Hij, Die geen zonde gedaan heeft en in Wiens mond geen bedrog gevonden is. 1 Petrus 2:22

profetie

Profetie in het Oude Testament

Daarom zal Ik Hem veel toedelen,
en machtigen zal Hij verdelen als buit,
omdat Hij Zijn ziel heeft uitgestort in de dood,
onder de overtreders is geteld,
omdat Hij de zonden van velen gedragen heeft
en voor de overtreders gebeden heeft.
Jesaja 53:12

Vervulling in het Nieuwe Testament

En zij kruisigden met Hem twee misdadigers, een aan Zijn rechter- en een aan Zijn linkerzijde. En het Schriftwoord is in vervulling gegaan dat zegt: En Hij is onder de misdadigers gerekend. Markus 15:27-28

Want Ik zeg u dat dit wat geschreven staat, nog in Mij volbracht moet worden, namelijk: En Hij is tot de misdadigers gerekend. Ook wat er over Mij geschreven is, heeft immers een einddoel. Lukas 22:37

profetie

Profetie in het Oude Testament

Daarom zal Ik Hem veel toedelen,
en machtigen zal Hij verdelen als buit,
omdat Hij Zijn ziel heeft uitgestort in de dood,
onder de overtreders is geteld,
omdat Hij de zonden van velen gedragen heeft
en voor de overtreders gebeden heeft.
Jesaja 53:12

Vervulling in het Nieuwe Testament

En Jezus zei: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. En ze verdeelden Zijn kleren en wierpen het lot. Lukas 23:34

Wie is het die verdoemt? Christus is het Die gestorven is, ja wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook aan de rechterhand van God is, Die ook voor ons pleit. Romeinen 8:34

profetie

Profetie in het Oude Testament

Want Ik had tegen hen gezegd: Als het goed is in uw ogen, geef Mij Mijn loon; zo niet, laat het na. Toen hebben zij Mijn loon afgewogen: dertig zilverstukken. Maar de HEERE zei tegen Mij: Werp dat de pottenbakker toe – een mooie prijs waarop Ik door hen geschat ben! Daarop nam Ik de dertig zilverstukken en wierp ze in het huis van de HEERE de pottenbakker toe. Zacharia 11:12-13

Vervulling in het Nieuwe Testament

Toen ging een van de twaalf, die Judas Iskariot heette, naar de overpriesters en zei: Wat wilt u mij geven, als ik Hem aan u overlever? En zij kenden hem dertig zilveren penningen toe. Mattheüs 26:14-15

Toen Judas, die Hem verraden had, zag dat Hij veroordeeld was, kreeg hij berouw en hij bracht de dertig zilveren penningen bij de overpriesters en de oudsten terug en zei: Ik heb gezondigd, want ik heb onschuldig bloed verraden! Maar zij zeiden: Wat gaat ons dat aan? U moet maar zien. En nadat hij de zilveren penningen de tempel in gegooid had, vertrok hij. Hij ging heen en hing zich op. De overpriesters pakten de zilveren penningen en zeiden: Het is niet geoorloofd die in de offerkist te leggen, omdat het bloedgeld is. En nadat zij beraadslaagd hadden, kochten zij daarvan de akker van de pottenbakker als begraafplaats voor de vreemdelingen. Daarom wordt die akker tot op de dag van vandaag bloedakker genoemd. Toen is vervuld wat gesproken is door de profeet Jeremia: En zij hebben de dertig zilveren penningen genomen, de waarde van de Geschatte, Die zij geschat hadden uit de Israëlieten, en zij hebben die gegeven voor de akker van de pottenbakker, zoals de Heere mij bevolen heeft. Mattheüs 27:3-10

Voorkeuren

Bijbelvertaling HSV
Tekstgrootte 100%