Luister toch, hogepriester Jozua,
u en uw vrienden die vóór u zitten,
– zij zijn immers een wonderteken –
want zie, Ik ga Mijn Knecht, de SPRUIT, doen komen. Zacharia 3:8
Om de moeitevolle inspanning van Zijn ziel zal Hij het zien,
Hij zal verzadigd worden.
Door de kennis van Hem zal de Rechtvaardige, Mijn Knecht, velen rechtvaardig maken,
want Hij zal hun ongerechtigheden dragen. Jesaja 53:11
Ik heb U verheerlijkt op de aarde. Ik heb het werk volbracht dat U Mij gegeven hebt om te doen. Johannes 17:4
En zeg tegen hem: Zo zegt de HEERE van de legermachten:
Zie, een Man – Zijn Naam is SPRUIT –
zal uit Zijn plaats opkomen,
en Hij zal de tempel van de HEERE bouwen. Ja, Híj zal de tempel van de HEERE bouwen,
Híj zal met majesteit bekleed zijn,
Hij zal zitten en heersen op Zijn troon.
Hij zal Priester zijn op Zijn troon;
tussen die Beiden zal vredesberaad plaatsvinden. Zacharia 6:12-13
De hoofdzaak nu van de dingen waarover wij spreken, is dit: Zo'n Hogepriester hebben wij, Eén Die Zich heeft gezet aan de rechterhand van de troon van de Majesteit in de hemelen. Hebreeën 8:1
Hij zal de armen recht doen in gerechtigheid
en de zachtmoedigen van het land zal Hij met rechtvaardigheid vonnissen.
Maar Hij zal de aarde slaan met de roede van Zijn mond
en met de adem van Zijn lippen zal Hij de goddeloze doden. Want gerechtigheid zal de gordel om Zijn heupen zijn,
en de waarheid de gordel om Zijn middel. Jesaja 11:4-5
Verheug u zeer, dochter van Sion!
Juich, dochter van Jeruzalem!
Zie, uw Koning zal tot u komen,
rechtvaardig, en Hij is een Heiland,
arm, en rijdend op een ezel,
op een ezelsveulen, het jong van een ezelin. Zacharia 9:9
En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd. En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid. Openbaring 19:11
En wel omdat Hij een dag vastgesteld heeft, waarop Hij de wereld rechtvaardig zal oordelen door een Man Die Hij daartoe aangesteld heeft. Daarvan heeft Hij aan allen het bewijs geleverd door Hem uit de doden te doen opstaan. Handelingen 17:31
Ik kan van Mijzelf niets doen. Zoals Ik hoor, oordeel Ik en Mijn oordeel is rechtvaardig, want Ik zoek niet Mijn wil, maar de wil van de Vader, Die Mij gezonden heeft. Johannes 5:30
Verheug u zeer, dochter van Sion!
Juich, dochter van Jeruzalem!
Zie, uw Koning zal tot u komen,
rechtvaardig, en Hij is een Heiland,
arm, en rijdend op een ezel,
op een ezelsveulen, het jong van een ezelin. Zacharia 9:9
Toen de volgende dag een grote menigte die naar het feest gekomen was, hoorde dat Jezus naar Jeruzalem kwam, namen zij de takken van de palmbomen en gingen de stad uit Hem tegemoet en riepen: Hosanna! Gezegend is Hij Die komt in de Naam van de Heere, de Koning van Israël! En toen Jezus een jonge ezel gevonden had, ging Hij daarop zitten, zoals geschreven is: Wees niet bevreesd, dochter van Sion, zie, uw Koning komt, zittend op het veulen van een ezelin. Dit nu begrepen Zijn discipelen eerst niet, maar toen Jezus verheerlijkt was, herinnerden zij zich dat dit over Hem geschreven was en dat zij dit met Hem gedaan hadden. Johannes 12:12-16
Zie ook:
En de discipelen gingen heen en deden zoals Jezus hun bevolen had; zij brachten de ezelin en het veulen, en zij legden hun kleren erop en zetten Hem daarop. En het grootste deel van de menigte spreidde hun kleren uit op de weg en anderen hakten takken van de bomen en spreidden ze uit op de weg. De menigte die vooropliep en die volgde, riep: Hosanna, de Zoon van David! Gezegend Hij Die komt in de Naam van de Heere! Hosanna, in de hoogste hemelen! Toen Hij Jeruzalem binnenkwam, raakte heel de stad in opschudding en men zei: Wie is Dat? Mattheüs 21:6-10
Als een herder zal Hij Zijn kudde weiden:
Hij zal de lammetjes in Zijn armen bijeenbrengen
en in Zijn schoot dragen;
de zogenden zal Hij zachtjes leiden. Jesaja 40:11
Zie, Mijn Knecht, Die Ik ondersteun,
Mijn Uitverkorene, in Wie Mijn ziel een welbehagen heeft;
Ik heb Mijn Geest op Hem gelegd.
Hij zal tot de heidenvolken het recht doen uitgaan. Hij zal niet schreeuwen, Hij zal Zijn stem niet verheffen,
Hij zal Zijn stem op straat niet laten horen. Het geknakte riet zal Hij niet verbreken,
de uitdovende vlaspit zal Hij niet uitblussen;
naar waarheid zal Hij het recht doen uitgaan. Hij zal niet uitdoven,
Hij zal niet geknakt worden,
totdat Hij het recht op aarde zal hebben gevestigd.
De kustlanden zullen uitzien naar Zijn onderricht. Jesaja 42:1-4
Daarom weidde Ik de slachtschapen, omdat zij ellendige schapen zijn. Ik nam voor Mijzelf twee stokken – de ene noemde Ik LIEFLIJKHEID, de andere SAMENBINDING – en Ik weidde die schapen. Zacharia 11:7
Maar Jezus wist dat en vertrok vandaar, en veel menigten volgden Hem en Hij genas hen allen. En Hij gebood hun streng dat zij niet bekend zouden maken Wie Hij was, opdat vervuld zou worden wat gesproken is door de profeet Jesaja toen hij zei: Zie, Mijn Knecht, Die Ik uitverkoren heb, Mijn Geliefde, in Wie Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal Mijn Geest op Hem leggen en Hij zal aan de heidenen het oordeel verkondigen. Hij zal niet twisten en niet roepen, en ook zal niemand Zijn stem op de straten horen. Het geknakte riet zal Hij niet breken en de walmende vlaspit zal Hij niet doven, totdat Hij het oordeel uitvoert tot overwinning. En op Zijn Naam zullen de heidenen hopen. Mattheüs 12:15-21
De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben. Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen. Johannes 10:10-11
Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde. Hebreeën 4:15
En Jezus trok rond in al de steden en dorpen en gaf onderwijs in hun synagogen, en Hij predikte het Evangelie van het Koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal onder het volk. Toen Hij de menigte zag, was Hij innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, zoals schapen die geen herder hebben. Mattheüs 9:35-36
Want Ik had tegen hen gezegd: Als het goed is in uw ogen, geef Mij Mijn loon; zo niet, laat het na. Toen hebben zij Mijn loon afgewogen: dertig zilverstukken. Maar de HEERE zei tegen Mij: Werp dat de pottenbakker toe – een mooie prijs waarop Ik door hen geschat ben! Daarop nam Ik de dertig zilverstukken en wierp ze in het huis van de HEERE de pottenbakker toe. Zacharia 11:12-13
Toen ging een van de twaalf, die Judas Iskariot heette, naar de overpriesters en zei: Wat wilt u mij geven, als ik Hem aan u overlever? En zij kenden hem dertig zilveren penningen toe. Mattheüs 26:14-15
Toen Judas, die Hem verraden had, zag dat Hij veroordeeld was, kreeg hij berouw en hij bracht de dertig zilveren penningen bij de overpriesters en de oudsten terug en zei: Ik heb gezondigd, want ik heb onschuldig bloed verraden! Maar zij zeiden: Wat gaat ons dat aan? U moet maar zien. En nadat hij de zilveren penningen de tempel in gegooid had, vertrok hij. Hij ging heen en hing zich op. De overpriesters pakten de zilveren penningen en zeiden: Het is niet geoorloofd die in de offerkist te leggen, omdat het bloedgeld is. En nadat zij beraadslaagd hadden, kochten zij daarvan de akker van de pottenbakker als begraafplaats voor de vreemdelingen. Daarom wordt die akker tot op de dag van vandaag bloedakker genoemd. Toen is vervuld wat gesproken is door de profeet Jeremia: En zij hebben de dertig zilveren penningen genomen, de waarde van de Geschatte, Die zij geschat hadden uit de Israëlieten, en zij hebben die gegeven voor de akker van de pottenbakker, zoals de Heere mij bevolen heeft. Mattheüs 27:3-10
Maar over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik de Geest van de genade en van de gebeden uitstorten. Zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben. Zij zullen over Hem rouw bedrijven, als met de rouwklacht over een enig kind; en zij zullen over Hem bitter klagen, zoals men bitter klaagt over een eerstgeborene. Zacharia 12:10
Maar een van de soldaten stak met een speer in Zijn zij en meteen kwam er bloed en water uit. En die het gezien heeft, die getuigt ervan, en zijn getuigenis is waar, en hij weet dat hij de waarheid spreekt, opdat ook u gelooft. Want deze dingen zijn geschied, opdat het Schriftwoord vervuld wordt: Geen been van Hem zal gebroken worden. En verder zegt een ander Schriftwoord: Zij zullen zien op Hem Die zij doorstoken hebben. Johannes 19:34-37
Mijn geliefden en mijn vrienden staan afzijdig van mijn plaag,
zij die nauw aan mij verwant zijn, blijven van verre staan. Psalm 38:12
Mijn bekenden hebt U ver van mij verwijderd,
U hebt mij tot iets gruwelijks voor hen gemaakt;
ik ben opgesloten en kan er niet uit komen. Psalm 88:9
Zwaard, ontwaak tegen Mijn Herder
en tegen de Man Die Mijn Metgezel is,
spreekt de HEERE van de legermachten.
Sla die Herder
en de schapen zullen overal verspreid worden.
Maar Ik zal Mijn hand tot de kleinen wenden. Zacharia 13:7
En al Zijn bekenden stonden op een afstand, ook de vrouwen die Hem samen gevolgd waren van Galilea, en zagen dit aan. Lukas 23:49
Maar dit alles is geschied, opdat de Schriften van de profeten vervuld zouden worden. Toen verlieten al de discipelen Hem en vluchtten. Mattheüs 26:56
En Jezus zei tegen hen: U zult in deze nacht allen aanstoot aan Mij nemen, want er is geschreven: Ik zal de Herder slaan en de schapen zullen uiteengedreven worden. Markus 14:27