Mijn geliefden en mijn vrienden staan afzijdig van mijn plaag,
zij die nauw aan mij verwant zijn, blijven van verre staan. Psalm 38:12
Mijn bekenden hebt U ver van mij verwijderd,
U hebt mij tot iets gruwelijks voor hen gemaakt;
ik ben opgesloten en kan er niet uit komen. Psalm 88:9
Zwaard, ontwaak tegen Mijn Herder
en tegen de Man Die Mijn Metgezel is,
spreekt de HEERE van de legermachten.
Sla die Herder
en de schapen zullen overal verspreid worden.
Maar Ik zal Mijn hand tot de kleinen wenden. Zacharia 13:7
En al Zijn bekenden stonden op een afstand, ook de vrouwen die Hem samen gevolgd waren van Galilea, en zagen dit aan. Lukas 23:49
Maar dit alles is geschied, opdat de Schriften van de profeten vervuld zouden worden. Toen verlieten al de discipelen Hem en vluchtten. Mattheüs 26:56
En Jezus zei tegen hen: U zult in deze nacht allen aanstoot aan Mij nemen, want er is geschreven: Ik zal de Herder slaan en de schapen zullen uiteengedreven worden. Markus 14:27