Zelfs de man met wie ik in vrede leefde,
op wie ik vertrouwde, die mijn brood at,
heeft mij hard nagetrapt. Psalm 41:10
Immers, het is geen vijand die mij hoont,
anders zou ik het verdragen hebben;
het is niet mijn hater die zich tegen mij verheft,
anders zou ik mij voor hem verborgen hebben. Maar u bent het, o sterveling, als mijn gelijke,
mijn leidsman en mijn bekende. Wij die zeer aangenaam en vertrouwelijk met elkaar omgingen,
wij wandelden in gezelschap van velen naar Gods huis! Psalm 55:13-15
Ik zeg dit niet van u allen; Ik weet wie Ik uitverkoren heb. Maar de Schrift moet vervuld worden: Wie Mijn brood eet, heeft zijn hiel tegen Mij opgeheven. Johannes 13:18